 
        Sinds veertig jaar is de band Rowwen Hèze dé klank van het platteland. De muziek wordt van generatie op generatie doorgegeven. Terwijl Rowwen Hèze zich opmaakt voor hun allergrootste thuisoptreden ooit, ter ere van hun veertig jarige jubileum, worden de onderlinge dynamieken tussen de bandleden blootgelegd. Wat begon als een vriendschap is inmiddels een huwelijk met de nodige momenten van spanning. Door te werken aan nieuwe muziek proberen de bandleden elkaar telkens weer te vinden.
Frontman Jack Poels (1957) schrijft al zijn hele carrière liedjes over de mensen in en om zijn thuisdorp America. Hij vangt met zijn kleine, betekenisvolle beschrijvingen de authenticiteit van het platteland, in een tijd waar het platteland, door het afnemen van het boerenbestaan en zelfs het lokale dialect, onherkenbaar aan het veranderen is. Voor het eerst besluit hij een lied te schrijven voor zijn vader, die overleed aan de gevolgen van MS toen Jack dertien jaar was. Een eerbetoon aan zijn vader en het dorp, dat hem meer dan ooit dwingt zijn hart open te leggen.
 
                     
         
         
                
                
                     
                                     
                                    

















